Reis naar het zuiden - Reisverslag uit Bissau, Guinea-Bissau van Lieve Jacques - WaarBenJij.nu Reis naar het zuiden - Reisverslag uit Bissau, Guinea-Bissau van Lieve Jacques - WaarBenJij.nu

Reis naar het zuiden

Door: Lieve

Blijf op de hoogte en volg Lieve

04 Maart 2012 | Guinea-Bissau, Bissau

Sinds mijn aankomst in oktober heb ik het plan om naar het eiland Caiar te gaan. Dit soort reizen vind ik niet leuk om alleen te doen, dus, Guinese toerist nr.1 Afonso, moet mee. Vanaf november worden zijn vakantieplannen steeds uitgesteld. Een keer staan we zelfs gepakt en gezakt klaar om te vertrekken. SNV is niet zomaar een werkgever, neen, ze vinden het daar heel normaal om iemands vakantie drie keer te verzetten. Ondertussen mogen er geen dagen meegenomen worden naar het volgend jaar. Ja, zo kan ik het ook.
Maar goed, na lang dubben en uitstellen kwam het toch goed. Het plan: een weekend Buba, twee dagen Caiar (+ een reisdag heen en één terug). Dan nog 3 dagen Buba om uit te rusten van het uitrusten...

Een tussenstop in Bambadinca, of beter Sta Helena is ondertussen een gewoonte geworden. Bijna al mijn klanten en de meeste van mijn vrienden zijn ondertussen bekend met de rondleiding op het landgoed van Mio en Dada en ondertussen ook met de fantastische uitgebreide biologische lunches die ze mensen voorzetten. Eigenlijk ben ik een beetje de veroorzaker van deze diners en het gaat steeds beter lopen. Ze hebben nu zelfs een restaurantje gebouwd. De groenten en het fruit, maar ook de rijst, komen allemaal van het eigen landgoed. Ik herinner me dat mijn Amerikaanse gasten van afgelopen jaar niet wilden geloven dat de salade enkel aangemaakt was met een simpele vinaigrette. Waarom smaakt het dan zo anders dan thuis? Ja, dat is wel duidelijk, geen chemicaliën, veel zon en een over-vruchtbare grond en misschien ook nog de toewijding en liefde van de kok.

Bij mijn laatste bezoek heb ik met Tuan, de oudste zoon, gevoetbald. Natuurlijk liet ik hem winnen, maar ik beloofde hem dat ik een heel zwaar trainingsprogramma zou gaan volgen zodat ik hem zou verslaan volgende keer. Trouwens, zei ik, kinderen die slecht eten kunnen nooit goede voetballers worden. Kinderen zijn overal op de wereld hetzelfde en reageren wel op dit soort opmerkingen. Voor het eerst zijn de maaltijden met Tuan geen ramp meer. Hij eet zonder zeuren want hij moet sterk worden om een groot voetballer te worden. Afonso maakt hem nog wat enthousiaster toen hij een trainingsprogramma voor hem in elkaar zette. Ik moet dan ook tot mijn schande toegeven dat ik niet meer van hem kan winnen. Hopelijk zal ik later kunnen delen in zijn faam…

We logeren in Buba bij Albino, maar die is er zelf niet en we hebben dus het huis voor onszelf. De markt van Buba is altijd even slecht voorzien en ik ben dan ook maar wat blij dat we vooraf eten besteld hebben bij Berço de Rio, mijn vriend Abdao, het enige restaurant.

Zondag maken we een uitstap met de roeiboot van Afonso naar het project van Paul Akkerman (http://www.degevuldewaterkruik.nl/).Het water is zo glad als een spiegel, het tij is op zijn hoogst en het is doodstil. Het project ligt aan een klein rivierarmpje waar we zomaar binnen kunnen varen. Ik laat me roeien natuurlijk zoals in het liedje: Senhora na djungu – kativo na rema (de mevrouw dut wat, de slaaf die roeit).

We reizen per auto naar Catio. De weg is redelijk, zeker nu in de droge tijd. Onderweg bestellen we een tweetal Farfanas bij een leraar voor op de terugweg. Farfana, grote rietrat (Thryonomys swinderianus), is naast een ware lekkernij, ook een grote plaag in dit gebied. Vreemd genoeg heb ik het nooit gegeten en ben dus wel erg benieuwd. In Catio laten we de auto achter bij de Braziliaanse paters en gaan op zoek naar een kano die ons richting Caiar, onze eindbestemming, kan brengen. Er is niet echt een dienstregeling en een groepje mensen zit wat gelaten te wachten. We hebben niet echt een idee van wat ons te wachten staat, noch wat de reis betreft, noch wat het verblijf betreft. Ik maak me een klein beetje zorgen over de mogelijk slechte kwaliteit (of het overladen zijn van) de kano, maar dat valt achteraf allemaal mee. Er gaat minder lading naar het eiland dan ervandaan kwam. Zo te zien wordt daar nog aardig wat rijst verbouwd.

De kano die door een buitenboordmotor wordt aangedreven wordt volgeladen en we stappen in. Er wordt nog wat geschoven met dikkere en dunnere mensen, wat kippen en fietsen en andere bagage om een goed evenwicht te krijgen en we vertrekken. Het is ondertussen al bijna middag en de zon staat dus pal boven ons. We varen over brede rivieren en zijrivieren, allemaal afgeboord met mangrove. Onderweg zien we veel vogels, of beter, ik zie veel vogels. Mensen schenken over het algemeen erg weinig aandacht aan hun omgeving, ze zien niet meer hoe mooi die is. We varen ongeveer drie kwartier en leggen dan aan bij het haventje van Pitchil, een echte betonnen aanlegsteiger.

Hiervandaan is het ongeveer 14 kilometer naar Caiar; dat willen we liever niet gaan lopen en al zeker niet op het heetst van de dag. Er zouden drie motorautootjes beschikbaar zijn op het eiland. Het zijn motoren, geïmporteerd door de Chinezen, waar een soort pick-up bakje achteraan vastgemaakt is, redelijk stabiel vanwege de drie wielen. Op zich een ideaal transportmiddel omdat het in verhouding weinig brandstof gebruikt. Ze worden hoofdzakelijk gebruikt om rijst en andere landbouwproducten naar de haven te vervoeren, maar in Afrika is men nooit erg streng op het gebied van wie wat vervoerd. Al vrij snel is duidelijk dat nog maar één van de autootjes het doet en het lukt ons niet om contact te krijgen met de eigenaar. We wachten, wachten, wachten en wachten. Het Afrikaanse wachten is anders dan het Europese. Doordat het warm is zoekt iedereen al snel een schaduwplekje op en gaat een beetje voor zich uit staren. Mijn ogen vallen zelfs af en toe dicht. Het is eigenlijk heel rustgevend. Op de achtergrond hoor je wat verre geluiden, gekabbel van water, een overvliegende vogel. Een vrouw die in het huis woont waartegen we een beetje uit de zon proberen te zitten, brengt ons een schaal eten. Arroz de pilon (traditionele rijst) en vis, overgoten met palmolie. Pas na uren wachten krijgen we contact met de chauffeur en niet zo veel later horen we het gepruttel van de motor. Het blijkt onmogelijk om ons helemaal naar onze bestemming te brengen, de weg is gedeeltelijk weggespoeld, maar tot aan het bruggetje zou moeten lukken ondanks het feit dat het eigenlijk buiten zijn normale traject ligt. We moeten flink onderhandelen over de prijs maar willen ook de zekerheid hebben dat hij ons binnen twee dagen ook weer daar komt ophalen. We willen dan de eerste kano terug naar Catio kunnen halen, wanneer die ook gaat.
De rit achterop het bakje gaat mij veel te snel. Ik houd mijn hart vast omdat we niet eens vaart minderen als we voetgangers naderen. Op een haar na rijden we een oude, dronken, man aan. Ik besluit maar achterstevoren te gaan zitten, dan hoef ik niet te zien hoe we rijden. Het is allemaal een beetje oncomfortabel, maar toch beter dan lopen met al onze bagage. Ik schrik pas echt wanneer we bij het bruggetje aankomen. Daar kan je inderdaad alleen maar te voet overheen. Op het eerste stuk zijn de dwarslatten helemaal verdwenen en moeten we dus over een dunne boomstam lopen. Daarna gaat het iets beter, maar ik ben steeds bang dat ik met mijn sandalen onder een plank doorschiet en dan struikel. Evenwicht is nooit mijn sterkste kant geweest en ik denk terug aan het balklopen op de lagere school onder het strenge toeziende oog van ‘den beul’ zoals onze turnleraar heette. Na de brug moeten we nog anderhalve kilometer of zo door echt wit strandzand. Goed voor de spieren, dat wel. Een meisje dat samen met ons oploopt wijst ons de weg naar het huis van Botcha waar we zullen logeren.

Het is een enorm lemen huis met grasdak. De vrouw des huizes wacht ons op de veranda op en heet ons welkom. Het huis heeft wel 7 of 8 slaapkamers, allemaal met een bed en een muskietennet daaroverheen. Achter het huis is een groot erf en de kookplaats. Wat ontbreekt, is een WC, die is alweer ingestort tijdens de regentijd. Dat kan lastig worden. Om je te wassen is een stuk van het erf afgeschermd met rieten matten. Je krijgt een emmer en een beker mee en kan je, heerlijk onder de sterrenhemel, wassen. Ik vind het altijd heerlijk om me buiten te wassen. Het voelt vrij en fris. ’s Ochtends is het water echter ijskoud en veel verder dan mijn neus er even insteken lukt me niet.

In de loop van de avond leren we elkaar wat beter kennen en eten samen een late avondmaaltijd. De één na de ander komt ons groeten. Plots komt een meisje ons groeten en gooit zich helemaal op de grond met haar armen strak voor zich uit. Ik schrik hier erg van en kan dit niet plaatsen. Ook Afonso kent deze gewoonte niet en denkt dat het misschien een nieuwe bruid is van één van de zonen. Ze staat pas op wanneer de vrouw des huizes haar bij haar schouder aanraakt. Later blijkt ze inderdaad net getrouwd te zijn.
Het wordt ons niet helemaal duidelijk wie er nu allemaal in huis wonen, in elk geval een hele serie kinderen en volwassenen, dat is wel duidelijk.

Het dorp waar we terecht gekomen zijn is niet erg groot. Het bestaat uit allemaal kleine clusters van een stuk of zes huizen die allemaal uitkijken op een binnenplaats die van iedereen is. ’s Avonds is het doodstil en stikdonker. Rond een uur of 10 worden we aangemoedigd om naar bed te gaan, wel wat vroeg voor mij, maar goed. Pas wanneer we willen gaan slapen blijkt dat ze Afonso en mij één bed toegewezen hebben. Het feit dat we samen reizen heeft hen het idee gegeven dat wij een stel zijn. Nu is er een probleem. Er is geen extra bed beschikbaar en zoals ik al vreesde kreeg ik uiteindelijk een plek bij Maria, de vrouw des huizes, in bed. Sinds ik zo veel last van opvliegers heb (nog maar 10 jaar) slaap ik niet graag bij iemand in de kamer, laat staan in hetzelfde bed, maar, nood breekt wet. Het bed is duidelijk lang beslapen door één persoon met de onvermijdelijke kuil in het midden waar ik de hele nacht probeer uit te blijven. Het is ook meer een twijfelaar dan een tweepersoonsbed. Naast Maria, slapen in de kamer nog 3 jonge kinderen en een baby met haar moeder.
Eerder op de avond had Maria al een paar keer een toespeling gemaakt op het feit dat ze net terug was van 2 jaar Dakar waar ze voor behandeling en operatie heen was. Ze zei ook dat ze ziek was. Toen we in bed lagen vroeg ze me plots of ik meer wist over BH’s voor mensen zoals zij. Ik draaide me om en ze scheen met haar zaklamp op haar borst. Ik zie dat één borst geamputeerd is en begrijp nu pas haar opmerkingen over ziekte en herstel. Het is duidelijk dat ze het hier erg moeilijk mee heeft. Er is zo weinig begeleiding en er zijn zo weinig mensen waarmee ze hierover kan praten. De operatie is al een jaar geleden gebeurd. Het is me niet helemaal duidelijk of ze chemo gehad heeft of niet, ze neemt in elk geval medicatie en die zou ze nog 5 jaar door moeten nemen. Ze durft bijna niets te doen en zit eigenlijk de hele dag te zitten. Dat lijkt me niet echt gezond, maar ze is gewoon bang dat de wond nog niet genezen is. Ik denk dat ze wel licht huishoudelijk werk op kan nemen om te kijken wat ze aankan maar durf ook niet te veel te zeggen. Ik ben geen arts en wat weet ik van haar gezondheidstoestand. Ze vertelt me dat ze ook niet meer bij haar man durft te slapen. Hoe kan hij me nu nog willen, zoals ik er nu uitzie. Ik ben ook bang dat het niet goed is om met een man te slapen. Tijdens de avond was me juist opgevallen hoe close ze waren. Vrij zeldzaam hier voor een stel om duidelijk samen iemand te ontvangen en een gesprek te voeren. Mannen- en vrouwenwereld zijn hier meestal erg gescheiden. Ze zijn al samen sinds hun jeugd en ze verteld me dat hij ook een hele harde werker, een goed man is. De Guinese vrouwen die zo over hun man spreken zijn op één hand te tellen. We praten nog lang door en ik hoop maar dat ik haar een beetje heb kunnen helpen. In elk geval beloof ik uit te kijken naar een BH voor haar. Op de 2de handsmarkt in Bissau is vrijwel alles te koop, waarom dit niet. Het is een vreemde ervaring om met een vrijwel onbekende, naast elkaar in bed liggend, dit soort intieme gesprekken te voeren.

De volgende ochtend gaan we met de Botcha, de heer des huizes, naar het beroemde strand. We moeten langs de vissersdorpen want er moet vis op tafel komen vanmiddag. Zoals bekend heb ik weinig of geen richtingsgevoel en al helemaal niet op plaatsen met zo weinig referentiepunten. Het valt Afonso meteen op dat we het erf langs een onlogische uitgang verlaten. De volgende keer maakt hij daar een opmerking over en nemen we inderdaad een snellere weg. Pas na terugkomst in Buba legt Albino ons uit hoe dit werkt. Albino’s naam in het Balanta is M’bumkor. M’bum betekent ongeveer de ingang van een erf (morança). Bij de M’bum staat dan ook een hutje voor de geesten. Door erlangs te lopen vraag je steeds om een soort zegening. Ik ben natuurlijk blij dat ik niet de enige onwetende ben van ons tweeën en zo zie je maar weer dat een land met zoveel diversiteit ook wel betekent dat mensen niet alle gewoonten van iedereen kennen.

Na een tijdje bereiken we het vissersdorp. Er is alleen gerookte vis, vandaag is er niet vers gevangen. Botcha verteld dat de visgronden minder rijk worden. De vissers moeten nu echt de zee op om voldoende vis te vangen terwijl je vroeger gewoon een net uitwierp en meteen genoeg ving om je gezin te voeden. We hebben een jerrycan met palmwijn bij ons en krijgen daar meteen te eten bij. Deze mensen hebben niets; hun huis bestaat uit wat rieten matten, de hele huisraad past in een kartonnen doos en er is zo goed als geen geld in voorraad. Wat ze eten en drinken komt uit de natuur en kost meestal niets. Ze dragen volledig afgedragen, tweedehands kleren en afgetrapte slippers. Van globalisatie is hier toch wel erg weinig sprake. Het evacueren van hun landbouw- of vis producten is niet eenvoudig door de afstanden en de kosten van het vervoer. Men vist en verbouwt dan ook vooral voor eigen gebruik. Zo op het eerste gezicht heeft het iets benijdenswaardigs, maar dat is natuurlijk ook alleen maar pure romantiek. Als deze mensen de keuze kregen zouden ze maar wat graag meedraaien in een economie waarin ze iets kunnen opbouwen voor morgen, waarin ze hun kinderen naar school kunnen sturen en waar een ziekenhuis in de buurt is om te voorkomen dat hun echtgenotes sterven tijdens het baren van hun kinderen, hun kinderen sterven van malaria en zij zelf doodgaan aan iets wat ze niet weten.

Terwijl wij rondkijken, eten, praten en wandelen zijn een groep ingehuurde vrouwen de rijst op het veld van Botcha aan het verzamelen. Morgen komen dan ingehuurde jongens om het te dorsen. Alles is handwerk. Wel 20 vrouwen zijn de hele dag aan de gang met het verzamelen van de rijst. Dit is dus geen klein rijstveldje. Balanta staan er om bekend dat ze stevig kunnen aanpakken en rijst is hun lievelingsoogst. Tegen de avond, wanneer het net donker begint te worden komen de vrouwen, via de M’bum natuurlijk, het erf opgelopen. Ze zijn van alle leeftijden en zien er kleurrijk uit. Enorme pannen met rijst en vis worden op de veranda neergezet en er is palmwijn en cashew-wijn voorhanden. Het eten verdwijnt in een razend tempo in de hongerige magen en opeens begint een groepje vrouwen te zingen. Balanta muziek is zowel ritmisch als melodisch. De vrouwen zingen in koor en steeds meer vrouwen sluiten zich hierbij aan. Op een chinees ledlampje na is er geen licht, maar de maan komt gelukkig langzaam maar zeker wat licht over het erf werpen. Één vrouw neemt het voortouw in de zang. Het ritme is eerst langzaam en versnelt dan plots zoals dat ook bij de goede oude Congolese muziek het geval is, van een kerkkoortje verandert dat steeds in zwoel heupgewieg. Deze zang wordt door handgeklap begeleidt. Wanneer het ritme plots toeneemt gaat de hoofdzangeres dansen. Ze stampt en vrij ingewikkeld ritme met haar voeten terwijl het koor haar nu begeleidt met zang en handgeklap. Ik ben gefascineerd. Dit zijn geen professionele zangers of dansers, dit zijn gewoon vrouwen uit omliggende dorpen. Ik hoor geen enkele bromstem om valse noot en niemand verliest het ingewikkelde ritme. Hoewel de dames toch aardig moe moeten zijn na hard labeur onder de zon, dansen en zingen ze nog uren door. Wat een geluk voor ons om hier bij te mogen zijn. Het is ook zeldzaam zo weinig aandacht ze aan me besteden, hier en daar zegt een toevallige voorbijganger me wel gedag, maar mijn aanwezigheid wordt vrijwel niet opgemerkt. Ik laat me dan ook helemaal meeslepen en geniet.

Het afscheid komt veel te snel. Op de terugweg is er geen kano met buitenboord motor beschikbaar. Na lang wachten komt er een ‘kanoa de singa’. Bij deze kano’s staat een roeier achter op de boot die met een soort roer heen en weer in het water roert. Het gaat best snel en, heel bijzonder toch, je hoort helemaal niets want het roer gaat niet steeds in en uit het water zoals bij een roeispaan. Op twee uur tijd glijden we door het mangrovebos richting Catio en nemen afscheid van een prachtig gebied. Dit is zeker voor herhaling vatbaar en we zijn al een plan aan het bedenken om met meer mensen te gaan en dan een kano te huren rechtstreeks naar Caiar. Een nieuwe bestemming, dat is wel zeker.
Ik groet jullie vanuit een langzaam maar zeker warmer wordend Bissau.

Lieve – Binobai.bissau@gmail.com – www.binobaibissau.nl


  • 04 Maart 2012 - 15:42

    Elly:

    Weer een prachtig groot en mooi verhaal. Nog even oefenen met voetballen en dan heeft ieder nadeel zo zijn voordeel. Liefs,Elly

  • 05 Maart 2012 - 09:31

    Johan En Riet Selten:

    Geweldig om zulke ervaringen te kunnen en mogen meemaken!
    Prachtig verhaal.
    Veel groetjes.

  • 05 Maart 2012 - 12:03

    Walter En Nicole:

    Wonderlijk, in één stuk uitgelezen. We zijn zelfs jaloers. Dit jaar zullen we waarschijnlijk Nicaragua en Porto Rica doen en volgend jaar of Mozambique of Brazilie, maar op een dag krijgt ge ons daar toch ook eens over de vloer, zeker weten...
    Kusjes van ons twee

  • 05 Maart 2012 - 21:11

    Peter Visser:

    Ha die Lieve,

    Ik lees erg weinig over je studie.......Of ga je ons verrassen.....

    Kus,

    PWV

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Guinea-Bissau, Bissau

Reis 2011-2012

Recente Reisverslagen:

01 December 2012

... enn afscheid

23 November 2012

... en andere verhalen

07 November 2012

Hahahaha

22 Oktober 2012

Het leven stabiliseert zich ... of toch weer niet

16 Oktober 2012

Aankomst en eerste indrukken
Lieve

Advies en ondersteuning reizen naar Guinee Bissau - www.binobaibissau.nl Freelance vertaler - doeltaal Engels, brontalen Nederlands, Frans en Portugees

Actief sinds 08 Okt. 2008
Verslag gelezen: 514
Totaal aantal bezoekers 92179

Voorgaande reizen:

07 Februari 2020 - 28 Februari 2020

Na drie jaar afwezigheid

19 December 2016 - 08 Januari 2017

Een droom achterna

14 December 2015 - 11 Januari 2016

Reis december - januari 2015-2016

13 Februari 2015 - 13 Maart 2015

Reis februari 2015

05 Oktober 2011 - 05 Mei 2012

Reis 2011-2012

02 December 2010 - 02 April 2011

Reis 2010-2011

13 November 2009 - 07 Mei 2010

Reis 2009-2010

Landen bezocht: