Eeuwige trouw
Door: Lieve
Blijf op de hoogte en volg Lieve
24 Februari 2012 | Guinea-Bissau, Bissau
Linda, jullie weten wel, mijn Linda, is ook uitgenodigd voor de bruiloft omdat ze zowel voor mij als voor Kemba en Gill werkt. Ze is ook een beetje Kemba’s moeder hier. Ik zie een beetje op tegen de kosten en de lasten van naar Gambia reizen per auto en daarom besluiten we om met openbaar vervoer te gaan. Voor Linda is dit een wereldreis. Ze is nooit verder dan Ingoré (een stadje halverwege Bissau en Senegal) geweest. Ze is dan ook nogal uit haar gewone doen zodra ze hoort dat ze uitgenodigd is. Twee weken voor vertrek heeft ze haar bagage al klaar staan en daar zat als eerste haar identiteitskaart in. Ze had wel begrepen dat het land uitgaan zonder dit document onmogelijk zou zijn en ze wilde deze reis voor geen geld van de wereld missen. Haar andere probleem was eeb cadeau. Wat kon zij Gill en Kemba geven? Met die vraag kwam ze natuurlijk ook bij mij. Ik weet dat Gill gek is op alles wat met Balanta cultuur te maken heeft (en Linda is Balanta). Het leek me simpel. Wat geven Balanta op een bruiloft? Een geweven pano (lap stof die vele functies heeft in bijna alle animistische culturen hier) die na de huwelijksceremonie omgehangen wordt. De twijfel van Linda over dit cadeau kon ik snel wegwerken. Zij en Gill hebben samen een aantal Balanta ceremonies bijgewoond en ze heeft gezien hoezeer Gill die op prijs stelt. Gill’s foto’s zijn fantastisch en binnenkort heb ik er drie van de Kusunde (een soort danswedstrijd van jongens) boven mijn (antieke) kast hangen hier in Bissau. Ik probeer Gill te stimuleren ze ergens te koop en ten toon te stellen want ze zijn werkelijk prachtig. Ik vond het een stuk moeilijker om zelf een cadeau te verzinnen, maar dat terzijde.
Uiteindelijk konden we een lift krijgen met Harry. Harry is een landgenoot van Gill (en genodigde bij de bruiloft) en werkt hier voor ‘Clear Ground’, een organisatie die zich inzet voor het mijn-vrij maken van landen en regio’s. De buitenlandse Clear Ground mensen zijn meestal ex-militairen en uit een bepaald soort hout gesneden. Harry is één van de betere. Een combinatie van ruw/bruut met betrokken en menselijk en, per uitzondering, geen racist. Onderweg leren we elkaar beter kennen. Hij is natuurlijk wel één van die mensen die hier maar tijdelijk is, maar zolang het duurt denk ik dat we wel contact zullen houden. Zijn thuisbasis is Kenya waar hij getrouwd is.
Afspraak dinsdagochtend 07.30 bij Bambu – de discotheek en een halte van allerlei transport. Linda was er van overtuigd dat ze er als eerste zou zijn en… ze had gelijk. Ik was vroeg, maar zij was nog vroeger. We rijden met een Landcruiser, Harry als chauffeur, zijn rechterhand, Samba, naast hem. Achterin zitten Linda, ik en een technicus van het project die meegaat om een auto-onderdeel te kopen in Banjul. Harry spreekt minstens 10 woorden Creolo, 5 daarvan durf ik hier niet neer te schrijven, de andere vijf zijn vrij onschuldig en gaan over honger, plassen, moe, dorst en nog zo wat. Hij is desondanks erg communicatief en binnen korte tijd zijn hij en Linda de beste vrienden. Mijn Linda die geen woord buiten de deur spreekt en zich meestal erg bescheiden opstelt laat zich helemaal inpakken door de grapjes van Harry. Ze doet bij grenzen en controles braaf wat ik haar zeg maar begrijpt er niets van en is erg verontwaardigd wanneer we allemaal al onze bagage moeten laten zien en sommigen zelfs gefouilleerd worden bij een anti-drugs brigade. Ik weet ergens onbewust wel dat ze een soort bewondering voor blanken heeft die nergens op slaat, maar hier blijkt ze ook te vinden dat wij niet zomaar gecontroleerd mogen worden. Wat een onschuld. Ik weet wel beter en zeker dat juist hier in Afrika, juist in deze fragiele staten zoals Guinee Bissau, veel blanken voor geen centimeter te vertrouwen zijn. Ik ben wel vaker bang dat de onschuld van de bevolking van dit land hen op een dag echt de das zal omdoen. Er is weinig verandert hier sinds de komst van de eerste blanken (in 1500 nog wat…).
Harry en Samba ruilen van plaats vanaf de grens, maar Samba is hier ook niet vaak geweest. Bij de laatste post van Senegal rijdt hij veel te ver door (ruimschoots voorbij het stopbord) en ik waarschuw hem dat hij nu echt moet stoppen – er zijn mensen doodgeschoten voor dit soort overtredingen en de Casamance blijft een gevoelig gebied. We worden dan ook als kleine kinderen op bankjes neergezet terwijl allerlei andere mensen meteen doorgelaten worden. Ik zag dat Linda het wel heel erg warm kreeg. Als je geen enkele taal meer verstaat zijn dit soort dingen ook wel eng. We kwamen uiteindelijk mooi weg vooral omdat we met een dienstauto van Clear Ground reden. Ook de Casamance heeft gebieden waar niemand meer in durft vanwege mijnen; ze willen maar wat graag hulp bij het opruimen daarvan. Harry kreeg ook meteen een tijdschrift onder zijn neus geduwd met foto’s van geamputeerde armen en benen door mijnontploffingen in dorpen. Misschien heeft ons dociele gedrag ook wel geholpen. Niemand protesteerde toen we op de bankjes geparkeerd werden, we waren ons allemaal wel bewust van de overtreding.
Bij het binnenkomen van Gambia kom ik mijn vriend weer tegen van mij heenreis; een immigratie beambte waarmee ik ondertussen regelmatig mail. Hij wil me graag hier bezoeken, maar die boot houd ik een beetje af. De ontmoeting wordt verstoord door zijn meerdere die hem er op wijst, en plein publique, dat vriendschappen hier niet getolereerd worden. Ik vind het heel vervelende voor hem en weet me geen goede houding te geven.
Zonder al te veel perikelen bereiken we The Gambia en ons logeeradres. Linda en ik logeren bij Gina, mijn Guinese vriendin die al jaren een naaiatelier heeft. Meteen bij binnenkomst zie ik iets hangen in de winkel dat ik prachtig vindt. Gina zegt dat het precies mijn maat is en het is geen bestelling. Ik ben niet zo snel met het passen van dit soort traditionele kleding, maar hier voel ik me zo thuis dat ik verdwijn ik in het pashokje en helemaal blij word van de blouse die ik aantrek. Inderdaad, precies mijn maat. Jammer genoeg gaat de blouse met een traditionele rok waarvan ik meteen van weet dat ik hem nooit zal dragen. Ik moet een beetje op de centen letten, dus dat zou te gek zijn. Gina biedt meteen aan daar dan maar een broek van te maken en de koop is snel gesloten. Eigenlijk moet ze hier bijna een medaille voor krijgen, want mij iets moois verkopen is niet simpel.
Mijn Linda is erg onder de indruk van alles wat ze ziet. Gambia is toch een stuk moderner en luxer dan Guinee. Mooie gebouwen, enorme supermarkten, geweldig asfalt zonder gaten en kuilen. Gelukkig kunnen Linda en Gina gewoon Creolo praten onderling, dat scheelt. Wanneer ik haar de kamer en de badkamer laat zien is ze helemaal stil. Dan zegt ze: ‘Enta es ki pisina’ (dus dit is nu een zwembad), en hoe hard ik mijn best doe, ik moet gewoon lachen. Neen, Linda, dit is een ligbad. Hier kan je in gaan liggen en je wassen. Je doet er water in en dan ga je er in liggen. Ze vindt het een vreemd ding. Omdat de douche het niet goed doet vraag ik Gina om een emmer en een beker en weet dan ook zeker dat zich wassen geen probleem zal zijn. Pas als we bijna vertrekken kan ik haar een echt zwembad laten zien en het voelt alsof er bij haar ineens puzzelstukjes op hun plaats vallen. ‘Zo dit is dus een zwembad’ zie ik haar denken.
Na een wandeling ’s middags op zoek naar één of ander smeerseltje dat Linda in opdracht moet kopen zegt ze “Zo, nu heb ik Gambia gezien, volgende keer Dakar….”. Zo gaat dat met reizen, als je het ooit gedaan hebt wil je alleen maar meer.
Woensdagochtend vroeg rijden we met de taxi naar het justitiepaleis van Banjul. Bij aankomst zien we een zeer boze Gill op en neer lopen. De beambten die het papieren gedeelte moeten regelen weigeren het huwelijk af te sluiten als ze geen twee kratten frisdrank krijgen. Gill wil hier niet op ingaan, dit huwelijk kost al klauwen met geld, maar Harry besluit gewoon die drank te halen. Je laat toch geen huwelijk afspringen om wat frisdrank… Ja, Harry, daar heb je natuurlijk ook gewoon gelijk in. Bij de ceremoniële ruimte komt steeds meer volk te staan. Alle stellen die trouwen zijn gemixt, de man of de vrouw is lokaal, de andere helft is blank. Gambianen trouwen natuurlijk ook gewoon onder elkaar, maar om een huwelijk legaal te maken voor Europese begrippen moet je natuurlijk wel via deze weg trouwen.
De vrouw van het stel dat eerst trouwt ziet er echt ongelofelijk mooi uit. Haar jurk is van wit damast, afgewerkt met gouden geborduurde tekeningen. Ze is een lange, slanke, donkere vrouw met een erg trotse houding. Haar aanstaande is een korte, niet meer zo jonge, Engelsman. Op haar arm heeft ze een baby van nog geen jaar die duidelijk niet van haar nieuwe partner is.
Het stel na ons is bestaat uit een jong blank meisje van amper twintig of zo. Haar jurk is duidelijk geleend of gehuurd en zakt steeds omlaag waardoor ze steeds onhandig de jurk omhoogtrekt zodat ze niet met blote borsten komt te staan. Ze heeft alleen maar haar aanstaande man, een jongen met dreadlocks en een niet zittend pak, bij zich en kijkt erg verloren om zich heen. Ik voel een beetje medelijden maar ken natuurlijk hun verhaal niet.
De vrouw die de mensen trouwt is vooral met zichzelf bezig. Terwijl ze steeds in haar tas loopt te zoeken rammelt ze de tekst af waarop het paar af en toe moet antwoorden. Ze leest heel deftig voor dat indien één van de partijen na dit huwelijk een ander huwelijk zou afsluiten hij /zij schuldig is aan bigamie wat strafbaar is. Ik ben stomverbaasd en vraag Gill achteraf of ze hier een keuze in gemaakt hadden. Dit blijkt niet zo te zijn. In Gambia, en zeker in het binnenland, zijn huwelijk meestal polygaam.
Na een korte receptie op het strand vertrekken we met een rij auto’s toeterend richting het huis van Kemba’s moeder. Daar zou een lunch geserveerd worden. We leerden de overgekomen vriendinnen van Gill kennen en wat zussen van Kemba. Ondanks het feit dat het erg gezellig was had iedereen wel enorm veel honger na drie uur wachten…. Gill raakte licht in paniek omdat ze ook nog de taart moest ophalen en het avondfeest moest voorbereiden. Maar, zoals altijd, kwam alles uiteindelijk goed. Op de lunch werd geen alcohol geschonken maar wel heerlijke lokale sappen van gember en hibiscus. Een beetje minder suiker zou ik nog lekkerder gevonden hebben…
Het avondfeest vond plaats in een klein lokaal barretje gerund door een wat oudere Engelse dame (nog een Gill). Supergezellig tentje wat me weer aan het dromen zette van een eigen barretje in Bissau. Er was vooral Guinese muziek en dan nog specifieker, veel Balanta muziek. Daar kon mijn Linda haar sterrol spelen. Ze danste zich een ongeluk en wij met haar (weliswaar wat minder elegant…). Voor de niet-Balanta-kenners, ik noem deze muziek al jaren de Rock-’n-roll van Afrika, zeer dansbaar maar ook nogal wild. We hebben ons, samen met de Islamitische Mandinga’s in het zweet gedanst, geweldig.
Vanaf nu heet Gill dus Mrs. Demba Harvey en we wensen haar en Kemba het allerbeste !!!
De volgende dag moesten we al weer terug. Om 9 uur waren we bij het hotel van Harry, maar zijn mensen waren er nog niet. Harry had een enorme kater, hij was ook wel erg aangeschoten de vorige dag en kon alleen maar praten over een ‘English breakfast’. Zoiets heb ik al in jaren niet meer gezien, maar geloof me of niet, in Gambia is dat gewoon te krijgen. Na een paar uur wachten nodigde Harry ons allemaal uit voor spiegeleieren met spek, worsten en bonen. Of je dat nu echt met bier erbij moet eten weet ik niet, maar smaken doet het wel!
Tijdens de terugweg was er nogal wat militaire activiteit. Ik had Linda niets verteld over de mogelijke problemen in Senegal maar zag wel dat ze het niet echt prettig vond. In de dorpen rond Bignona waren echte loopgraven te zien. Dit zag ik voor de eerste keer en het zag er best wel naar uit. Er waren ook meer road-blocks dan ik gewend ben en een aantal volledig verlaten dorpen. Desondanks verliep de reis prima.
Harry wilde dat iedereen zowat voor zijn deur afgezet zou worden. Ik durf al jaren niet meer naar het huis van Linda. Om daar te komen moet je langs een nogal diepe afgrond die steeds verder afkavelt in de regentijd. Ik heb al jaren nachtmerries over deze plek. Linda liet zich dus eerder afzetten en moest daardoor een heel eind te voet waarover ik me best schuldig voelde. Neen hoor, zei ze, je moet altijd luisteren naar voorgevoelens…
Ik wilde hier mijn reisverhaal naar het zuiden meteen aanhangen, maar dat word echt te lang, dus…
Een groet vanuit een nog steeds redelijk koel Bissau…
Lieve
Binobai.bissau@gmail.com
www.Binobaibissau.nl
-
24 Februari 2012 - 20:31
Elly:
En ze leefden nog lang en gelukkig :) -
24 Februari 2012 - 20:42
Bregje:
Hoi Lieve,
Tja een bad blijft een raar ding. Heb je een hele boel water verzameld, kan er zich slechts 1 iemand mee wassen... Ik genoot in Gambia altijd van een warme douche, had Gina die ook voor Linda?
Felicitaties aan Gill en Kemba!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley