... en andere verhalen - Reisverslag uit Bissau, Guinea-Bissau van Lieve Jacques - WaarBenJij.nu ... en andere verhalen - Reisverslag uit Bissau, Guinea-Bissau van Lieve Jacques - WaarBenJij.nu

... en andere verhalen

Door: Lieve

Blijf op de hoogte en volg Lieve

23 November 2012 | Guinea-Bissau, Bissau

De zoon van een overleden vriend is in februari naar Brazilië vertrokken om te studeren. Ondanks dat hij een zogenaamde studiebeurs heeft, moet de familie bijna alles zelf betalen. Soms begrijp ik niet eens hoe mensen dat voor elkaar krijgen. Deze jongen is van ‘goede familie’ zoals dat heet.Gisteren hoor ik dat hij als drugkoerier gearresteerd is op het vliegveld op weg naar Zuid-Afrika. Ik schrik me een ongeluk. De straf in Brazilië voor drugkoeriers is 10 tot 12 jaar! Hij is nu 24... Guineers staan er om bekend dat zij makkelijke slachtoffers zijn. Ze laten zich wijsmaken dat ze geen risico lopen en zijn extra gevoelig voor de flinke hoeveelheid geld die ze wordt voorgespiegeld. Hun families moeten de broekriem erg strak aantrekken om hen de kans op een studie te geven. Een extraatje is dus altijd welkom. Je hoort hier vaak het verhaal dat mensen terugkomen uit Europa met nogal wat geld nadat ze een aantal jaren in de gevangenis gezeten hebben. Het gaat altijd om drugkoeriers. Op mijn vraag of die jongen wel goed voorbereid was krijg ik te horen dat ze hem echt doorgezaagd hebben met goede raad en vooral met waarschuwingen rond drugstransport en drugsgebruik. Blijkbaar was het toch niet genoeg.

Martin, mijn Duitse kennis, gaf afgelopen zaterdag een feest voor de 1ste verjaardag van zijn opnamestudio. Het laatste half jaar heeft hij heel wat nummers opgenomen, vooral voor jonge rappers. Ze komen toch altijd weer aan geld als ze echt iets willen. Het opnemen en bewerken van 1 nummer kost ongeveer 20.000CFA (toch zo’n 30 Euro), bijna twee zakken rijst. Eigenlijk was Martin al twee jaar bezig met de studio, maar het is pas nu dat het een beetje begint te lopen. Om publiciteit te maken besloot hij een gratis concert bij hem thuis te organiseren. Hij liet zich op zowat alle radiostations interviewen. Juist dat maakte mij een beetje bezorgd. Stel dat er 1000 man op af komt, zo groot is zijn tuin nu ook weer niet. En wat met bewaking? Maar goed, het is niet mijn feestje en Martin is ook niet van gisteren. Dat het concert om 18.00 zou beginnen vond ik dat wel een beetje komisch. Een concert begint hier alleen bij Centre Culturel (Centre Culturel Franco Guinéen) op tijd (21.00), alle andere muziekactiviteiten beginnen rond middernacht als het al niet later is...

Wanneer we om 9 uur aankomen is het concert in volle gang! Zoveel mogelijk orkestjes die een opname gemaakt hebben mogen optreden. Elk met 1 nummer. Het geluid is abominabel slecht, maar dat kan de pret hier nooit drukken. Rapmuziek is zo al niet makkelijk te verstaan in een taal die niet de mijne is; het gaat toch echt wel om de teksten. Dat merk je ook. Af en toe gaat er een gejuich door het publiek of worden stukjes gescandeerd. Ik moet erg aan Flip denken hier. Allemaal van die smalle jonge gasten, een aantal met een vest met kap, de rest heeft in elk geval een pet op. De broek hangt natuurlijk ergens onderaan de kont, het kruis rond de knieën. Het stoere loopje is ook hier erg in. Ik vermaak me geweldig. Wie had dat gedacht, 53 en genieten van een rap-concert. Met dank aan Martin natuurlijk. Hij zelf is natuurlijk niet 100% tevreden, maar toch, voor een eerste keer. Plots trekken de wolken samen en zien we een onweer op ons afkomen. Het is al de 10de november en het regent nog twee tot drie keer per week!! Dit komt eigenlijk nooit voor. Omdat Martin’s huis niet per auto (taxi of bus) te bereiken is, beginnen de jongeren langzaam maar zeker af te druipen; bang als Guineers zijn om nat te worden. Wij besluiten ook weg te gaan en halen het net voor de stortbui. Het onweert en bliksemt dat het een lieve lust is en ik ga thuis nog lekker op de veranda zitten kijken naar de bliksemschichten. De regen had bijna een maand geleden moeten ophouden en langzaam maar zeker begint men zich zorgen te maken over de rijst. Als het nog lang duurt gaat die rotten op het veld.

Vanmiddag mag ik mijn tweede 5-jaar durende verblijfsvergunning ophalen. De vorige is nog niet helemaal verlopen, maar is dat wel voor mijn volgende bezoek. Vanochtend zat ik met Gill op onze internetplek. Ze zag er niet al te vrolijk uit, dus vroeg ik haar wat er aan de hand was. Kemba, haar man, geeft haar de schuld van het feit dat zijn visum voor Engeland maar niet doorkomt. Ze baalt hier ook heel erg van. Haar moeder is ernstig ziek en haalt misschien het eind van het jaar niet; zij heeft Kemba nog nooit ontmoet. Hij wil alleen maar naar Engeland om de familie te leren kennen. Hij is erg druk met zijn bedrijfje hier, zijn handel in tweedehands spullen. Waarschijnlijk vertrouwen ze niet dat hij daarna weer terugkomt. Hij voelt zich beledigd: ‘Niet iedereen denkt dat Europa Gods paradijs is. Ik ben een Afrikaan, ik wil het hier maken’. Het is voor hen beiden erg frustrerend en nu gaat Gill ook twijfelen of ze niet beter wat minder eerlijk geweest was. Je kan toch makkelijk een goed lopend bedrijf verzinnen met wat namaak documenten. Zij heeft juist tot in de puntjes laten zien wat ze hebben en hoeveel (of hoe weinig) het allemaal oplevert. (Gisteren komt gelukkig het fantastische nieuws dat Kemba zijn visum toch nog gekregen heeft. Gill huilde tranen van geluk met als gevolg dat we om 3 uur ’s middags al aan het bier zaten...).

Ik hoorde vorige week dat één van de neven van Miguel die een paar jaar geleden illegaal als ‘sans-papier’ in Portugal is aangekomen (gebruik makend van het paspoort van een ander familielid en via Spanje de grens over) ondertussen asiel gekregen heeft in Zwitserland! Hij is ineens politiek vluchteling geworden en heeft een huis toegewezen gekregen en een basisinkomen. Ik ben echt stomverbaasd en begrijp niet hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen. Een andere neef is net van Portugal, waar hij getrouwd is en twee kinderen heeft, naar Zweden vertrokken met 1 van de kinderen, op uitnodiging van zijn vader (Congolees) die daar iets belangrijks is bij een gemeente. Familiehereniging met volwassen kinderen is volgens mij in Nederland/België niet mogelijk. De mazen van het net zijn voor sommigen te klein, voor anderen is het nog altijd mogelijk om erdoorheen te glippen. Ik bewonder de creativiteit waarmee mensen steeds weer migreren (en haal me hiermee waarschijnlijk wat reacties op de nek). Ze migreren trouwens niet alleen naar Europa, China is bijvoorbeeld erg in trek, maar de meeste migranten gaan naar landen binnen de regio. Ik woon hier, heb hier een verblijfsvergunning en niemand vraagt met wat voor (il)legale zaken ik me bezighoud. Gewoon omdat ik blank ben wordt mij dit recht gegund. Dit land staat ondertussen bekend als narco-staat. Het is duidelijk dat ze deze faam niet alleen aan zichzelf te danken hebben. Er is een netwerk van buitenlanders die hierbij betrokken zijn. En toch ben ik hier zomaar welkom.

BUBA. Eindelijk een uitje naar het binnenland. Het is niet ver en het is maar voor een paar dagen, maar ik ben zo blij als een kind. Even weg uit Bissau, gewoon hangen, kletsen, niksen en genieten van een prachtige omgeving. Dieper het zuiden in reizen zou wel kunnen, maar omdat de regen zo heftig blijft vallen is er waarschijnlijk weinig plezier aan te beleven. De wegen zijn op zijn slechtst nu. Dus is de bestemming gewoon weer Buba. Onze vaste stek is bij Albino waar we onze slaapplek hebben.
Naast het huis van Albino staat ondertussen een prachtig nieuw huis van een Nederlands gezin. De tweede Nederlander die in Buba een huis bouwt, de derde die hier in het zuiden een (vakantie)huis heeft. Ik praat met mijn grote mond al jaren over een huis bouwen maar heb nog steeds niet meer dan een muurtje om een terrein staan. Ik blijf het maar voor me uit schuiven en wacht op betere tijden. Nu is bouwen nog betaalbaar, dat zal wel een keer overgaan vrees ik. In Guinee zegt men: ‘het bouwen van een huis is vooral moed. Je moet er gewoon aan beginnen en, beetje bij beetje, als er wat geld is, investeren.’ Dat is ook de manier waarop ik de meeste mensen zie bouwen. Meestal verhuist men op het moment dat de ruwbouw klaar is en leeft dan om zo te zeggen op de bouwwerf. Langzaam maar zeker komen er dan ramen en deuren, plafonds en tegels en na een paar jaar is het huis af. Het is wel duidelijk dat mij de moed nog steeds ontbreekt. Men wil niet weten hoeveel plattegronden ik al getekend heb en huizen ik al ontworpen heb. Elke keer zie ik weer iets ergens en denk, ja, dat is het, de veranda moet groter, het dak moet anders, de schaduw, de zon, de bomen, de.... Ik kan zo een diploma halen in aarzelen...

Politiek is aan de orde van de dag. Het is niet eenvoudig de verschillende scenario’s van mensen te begrijpen, maar er kan wel gezegd worden dat het nog nooit zo complex geweest is als nu. Het is als buitenlander niet altijd eenvoudig om grip te krijgen op de oorzaken van het failliet van dit land. Je ziet het potentieel van dit land zonder al te diep te graven, maar niets werkt. Er zijn zoveel interesses, er is zoveel geschiedenis, er is wraak er is graaicultuur, er is moord en doodslag maar er is ook die kant van Guinee die nooit verandert. Die kant waar iedereen voor elkaar zorgt. Die kant waar mensen plezier hebben en feesten. De kant waar mensen keihard werken om het leven beter te maken, voor zichzelf, maar vooral voor de minderbedeelden. Er zijn mensen die het onmogelijke mogelijk maken. Mijn dikke vriend Abdao hier in Buba is zo iemand. Hij runt een klein hotelletje (leeg op dit moment want er komt nu helemaal niemand meer naar dit land) en heeft het beste restaurant van de regio. Uit een keukentje van nog geen 3m2 tovert hij de heerlijkste gerechten en dan ook nog in een dorp waar je met moeite een ei en een tomaat kan vinden. Wel veel vis gelukkig, tenminste, als je naar de rivier gaat wanneer de vissers aankomen. Een uur later is er in het dorp geen vis meer te krijgen.

Een aantal jaren geleden werd Abdao gecontacteerd door een Italiaanse club – slow food – die zich bezighoudt met het omgekeerde dus van fast food. Zij willen traditionele keukens en producten in stand houden en promoten alles wat daar aan vast zit. Een aantal weken geleden was Abdao voor de derde of vierde keer op een congres in Italië (6000 deelnemers!!) met een delegatie van 19 Guineers. Trots laat hij ons de folders en het voorlichtingsboekje zien. Fantastisch, eerlijk waar. Een voorstelling van producten recepten, een duidelijk verhaal. Hij is de voorzitter van de groep in Guinee, maar wat nog geweldiger is, hij is verkozen als centraal afgevaardigde West Afrika! Guinee is nooit het land waar de zetel van wat dan ook zit, maar hij heeft dit voor elkaar gekregen. Heeft gewonnen van de enorme Senegal lobby die in eerste instantie natuurlijk helemaal niet blij was dat de zetel naar Guinee ging. Hij vertelt met zoveel enthousiasme over de organisatie dat je alleen maar meer wil weten en mee wil doen. Misschien toch weer een nieuw idee voor mezelf (of eigenlijk, terug naar mijn oorspronkelijke idee). We zien wel. Ook vanuit Nederland kan ik hier misschien echt aan gaan werken.

De heen en terugweg naar Buba duurt trouwens wel wat langer dan normaal. Sinds de laatste ongeregeldheden worden de wegen weer streng gecontroleerd. De vaste controleposten Safim (vlakbij Bissau) en Ingore zijn versterkt, maar er zijn er een hele hoop nieuwe bijgekomen. Bij elke brug hangt een touw en bij elke belangrijke afslag. Dat betekent dat we 7 keer gecontroleerd worden op de weg naar Buba. Waarop we gecontroleerd worden is niet duidelijk. Een controlepost bestaat in principe uit een touw met wat lappen en zakken aan en een setje militairen met een slechte bui. Ik ben ondertussen een absoluut doorwinterde controlepost passant. Mijn vloeiende Creolo werkt altijd al als smeermiddel, maar daarnaast ben ik snel met grapjes en spreek ik nooit iemand tegen. Het smeermiddel geld gebruik ik eigenlijk nooit. Wanneer bij Djugudul een militair boos zegt dat we niet op het linker rijvak mogen voorbijsteken bied ik dan ook braaf mijn excuses aan. De reden dat het niet mag, het hoofd van het leger zou eens aan kunnen komen rijden en die moet wel door kunnen sjezen natuurlijk. Veel militairen zijn Balanta (het is de grootste bevolkingsgroep, dus daar zit wel enige logica achter). Ze staan er om bekend dat ze niet vies zijn van alcohol, integendeel, het zijn fervente zuipschuiten. Het is dan ook dolkomisch dat bij alle posten om geld gevraagd wordt voor ‘warga’, de zoete thee die in heel de regio erg geliefd is bij, hoofdzakelijk, de Islamieten.

Wat al een paar weken was voorspeld gebeurde dan eindelijk. Ik krijg telefoon dat Miguel’s (stief)moeder is overleden. Ze had een hersenbloeding gehad en de nieren hadden het opgegeven volgens de artsen. Haar dochter en stiefdochter waren ’s ochtends uit Portugal aangekomen. Toen ze hen gezien had, blies ze haar laatste adem uit. Haar huis, gebouwd door haar overleden zoon, staat een beetje buiten de hoofdstad in Safim. Tegen de avond gaan Maria, Itchi en ik die kant uit. Er hebben zich al heel veel mensen in en om het huis verzameld. Het is al donker en mijn ogen werken dan niet zo goed. Ik herken mensen nog eerder aan hun stem dan aan hun gezicht. Het hele erf zit vol, een deel op plastic stoelen, anderen op rieten matten, sommige op krukjes. Met enige regelmaat begint iemand hartverscheurend te huilen, een paar seconden later vallen andere in. Ik geloof wel in het verdriet, maar eerlijk gezegd steeds minder in het huilen. Ik krijg meteen een stoel aangeboden en blijk naast mijn buurman te zitten. Plots noemt zijn de man die naast hem zit me bij een naam die maar in een kleine vriendengroep wordt gebruikt. Het is de huidige minister van buitenlandse zaken en mijn goede vriend Faustino Imbali. In juni 2009 werd hij voor dood achtergelaten door militairen na een flink pak slaag. Na een maandenlang verblijf in de gevangenis zonder aanklacht werd hem eindelijk toestemming gegeven om voor medische behandeling naar Dakar te gaan. Hij is pas weer terug in het land sinds de laatste staatsgreep van 12 april. Een heel fijn weerzien op een droevige bijeenkomst.

Een eindje verderop zitten de ouderen samen. Het gesprek daar wordt steeds heftiger. Ze spreken Pepel onderling en ik versta er dus geen woord van (dat geldt trouwens ook voor de andere familieleden). De discussie gaat over de begraafplaats van ‘mindjer garandi’ (letterlijk: de grote vrouw maar het betekent de oude vrouw). Voor haar dood had zij te kennen gegeven hier bij het huis, naast haar laatste echtegenoot, begraven te willen worden. De ouderen eisen dat ze in Bisalanca, de begraafplaats van Miguel’s vader - haar eerste man - begraven wordt. Dit gaat echt niet zomaar om een locatie, dit gaat om veel meer; traditie, spoken en geesten. De gemoederen raken steeds verder verhit. Allerlei geluk en ongeluk dat de familie overkomen is wordt erbij gehaald. Allerlei kwade reacties van de geesten en ander ongeluk omdat iemand iets niet helemaal gedaan zou hebben volgens de traditie worden als voorbeeld aangehaald. Ik kan het bijna niet volgen. Niemand gaat hier zomaar dood, er is altijd een reden; een geest, een vloek. Dit conflict kan enkel opgelost worden met een ceremonie. Maar ja, welke ceremonie? Er wordt besloten om de volgende ochtend de ceremonie met water uit te voeren. Ik ben wel erg nieuwsgierig, maar 5 uur ’s ochtends vind ik dan weer wat vroeg. Er worden twee gaten in de grond gemaakt. Een gat staat voor Safim, het andere voor Bisalanca. Beide gaten worden volgegoten met water waarna ze worden afgedekt. Het gat dat opgedroogd is bepaalt waar ze begraven wordt. Wanneer de ceremonie wijst op Bisalanca wil de familie een andere ceremonie doen. Zo blijf je natuurlijk wel bezig. Er wordt dan toch maar een kip geslacht: als de kip vanbinnen helemaal wit is wordt het Bisalanca, zijn de ingewanden en/of eieren zwart, dan wordt het Safim. De nek van de kip wordt doorgesneden en de kip gaat er als een speer vandoor. Dat is een goed teken begrijp ik. De hoofdloze kip komt terug en valt neer voor de rituele slachter. Die snijdt de kip open en iedereen kan zien dat ze vanbinnen helemaal wit is. Gelukkig, twee keer Bisalanca.

Normaal moet een lichaam hier dezelfde dag of op zijn laatst, de volgende dag begraven worden. De begrafenis zou dus de deze ochtend moeten zijn. De oude vrouw heeft laten weten dat ze in een echt graf begraven wil worden, dat moet dus eerst nog gebouwd worden. Cementblokken zand en kiezels moeten gekocht worden. Er moeten een gat gegraven worden en er moet een muur in dat gat gebouwd worden wat dan later afgedekt kan worden met een betonnen steen.

Veel mensen blijven in Safim slapen. Overal waar je kijkt liggen mensen op matjes en lakens of dekens. Zo kort na de regentijd zijn er nog veel (malaria)muggen, niet bevorderlijk dus voor de gezondheid. Maria vertelt me later hoe men het, nu al twee dagen oude, lichaam behandeld werd. De ouderen kwamen, bonden geweven banden om het hoofd, de enkels en de polsen en rolden het lichaam wild over de grond rond het hele terrein. Alweer moeten er ceremonies uitgevoerd worden. Alles ruikt ondertussen naar Cana (suikerriet rum – de traditionele drank voor goden en geesten). Wanneer het lichaam helemaal onder het zand en troep zit, brengen de ouderen het terug en dragen het over aan de dochters die het nu mogen wassen, kleden en in de kist leggen.

Woensdagochtend, begrafenis om 10.00 uur. Ik ben vroeg, samen met wat buren. Het graf is gegraven. We wachten onder drie enorme ‘polons’ (kapokbomen) bij een ceremoniële plek waar allerlei onduidelijke zaken op stokken en op de grond staan. Ook hier is de geur van Cana weer erg overheersend. Langzaam maar zeker komen de Pepeles uit het dorp aan. De mannen zijn traditioneel gekleed in geweven doeken. Een doek als een soort luier (lopé), een doek om de schouder geslagen die een schouder vrij laat en een band geweven stof om het hoofd gewikkeld. Ook hier is het felle, fluorescerende groen als modekleur doorgedrongen. De meeste mannen lopen met een stok en hebben een pijpje in een mondhoek hangen. Nu en dan komt iemand met een klein kalebasje in de vorm van een lepel wat Cana ‘plengen’ en wat prevelen.

Eindelijk komt de kist aan, gevolgd door een hele serie auto’s en vrachtwagens vol met mensen. De colonne wordt voorgegaan door een politieauto met luide sirene. Alweer een ceremonie, nu bij het huis van Miguel’s overleden vader. De kinderen van de overledenen worden traditioneel gekleed en met geweven doeken bedekt. Miguel ziet er niet uit, over zijn gewone kleren draagt hij ook de lopé. Hij is het duidelijk niet gewend en de doek zakt steeds af. De zussen dragen witte hoofddoeken en zware, mooi geweven doeken. Joaninha leidt de groep richting graf. In haar hand heeft ze een metalen instrument waarmee ze ritmische geluiden maakt. Met een ring om haar duim slaat ze op een soort bel. Op mijn vraag wat hiervan de bedoeling is zeggen ze dat dit is om de geesten aan te roepen zodat ze de geest van de oude vrouw komen ophalen en begeleiden.

Wanneer de kist eindelijk in het graf staat ontstaat er nogal wat geruzie. Voordat het graf dicht mag wordt gevraagd of iemand nog een schuld heeft aan de overledene of omgekeerd, of de overledene nog ergens iets moet betalen. Soms worden deze schulden kwijtgescholden in het bijzijn van getuigen. Ook de (schaarse) bezittingen moeten verdeeld worden. Waar de onenigheid over gaat ontgaat me volkomen. Uiteindelijk kalmeert iedereen en wordt de terugtocht naar Safim ingezet.

Vanaf nu is het eigenlijk feest. Ondanks het feit dat niemand me kan vertellen hoe oud de vrouw eigenlijk was, is iedereen het er over eens dat ze oud genoeg was om vooral haar leven te vieren en niet haar dood te betreuren. Wie nu nog in tranen uitbarst wordt algauw het zwijgen opgelegd of uitgelachen. Gedurende ongeveer een week zullen mensen hier nog bij elkaar zitten. Er wordt gegeten en gedronken en vooral een hoop geld uitgegeven om iedereen van alles te voorzien. Ik schrik van de eisende houding van de bezoekers. Terwijl mijn maag al meer dan vol is, wordt overal geklaagd dat de ‘bianda’ (de rijst, het echte eten) nog altijd niet klaar is. In grote aluminium ketels wordt 60 kilo rijst gekookt. Dat duurt natuurlijk wel even. Er zijn varkens geslacht, kilo’s vis zijn ingeslagen en daarnaast zijn er nog allerlei hapjes. Ze mogen hun rijst houden. Wat kan er op tegen een vers gegrilde vis en een bord verse krab?

In mijn groep zit een vrouw die alleen maar zit te klagen. De kist was fout, er konden niet genoeg geweven lappen in (cadeau’s voor het eerder overledenen in het hiernamaals, je kan daar toch niet met lege handen aan komen zetten). Ze trekt een bars gezicht en zegt: ‘I pui’l na cachon di branco’ (ze hebben haar in een kist voor blanken begraven) en het klinkt alsof je bijna niets dommer kan doen. Ze vindt ook dat er te weinig drank is en dan ook nog die rijst die zo lang duurt. Op iedereen en op alles heeft ze kritiek en ik besluit na een tijd dat ik maar gewoon van groep moet veranderen. Als deel van de familie kan ik me ongeveer overal bij aansluiten, een voordeel in dit geval.

Zelf heb ik een grote koelbox met bier en frisdrank bij me. Die staat geparkeerd in de auto. Voor Maria heb ik een krat wijn meegebracht die ze naar eigen wens kan verdelen. Het managen van mijn koelbox is een succes. Niemand weet hoeveel er in zit en ik slaag er in om te ontkomen aan vervelende verzoeken. Wanneer mensen weg beginnen te gaan, zetten we ons met de zussen bij elkaar en heb ik (als vrijwel enige) nog lekker koud bier en koude frisdrank in de aanbieding. Het is een van de eerste koele avonden sinds mijn aankomst en het is heerlijk hier onder de bomen. We praten over Nicolasi, de overleden vrouw, en nu voelt het pas echt als een herdenking voor mij. Ik zal haar missen, ze was een lieve vriendin geworden.

Morgen hopelijk naar Canchungo, daar is landbouwbeurs, de eerste weer in jaren. Ik ben erg benieuwd want dit is een sector waar op kleine schaal toch steeds meer gebeurt.
Lieve

  • 24 November 2012 - 14:52

    Walter En Poes:

    Mooi zo, wat heb jij toch een rijk leven! Gelukkig mogen we mee genieten.
    Hier een dubbele dag. Sinds vanmorgen geen water meer dus de pomp weer in het meer gaan hangen - ze lag eruit wegens geen water in het meer - maar ze wil niet werken. Op zoek gegaan naar een technieker maar het is zaterdag en hij was aan het olijven plukken. Zodadelijk nog eens even bellen, misschien na de pluk?
    Maar... Poesje zit met een verkoopstandje op een kerstmarkt in Lagoa en ze heeft net geSMSt dat ze al heel goed verkocht heeft. Ze had kerststukjes gemaakt voor op de tafel met allemaal gedroogde appelsienpellenbloemen, geplakt op hout of schors, met nog wat denneappeltjes en blaadjes en zaden en eucaliptus-zaadappeltjes en je noemt het maar, alles geschilderd en/of vernist, echt schoon.
    Dus weer papel om de technieker te betalen.
    Goeie patattenbeurs en tot horens

  • 25 November 2012 - 10:27

    Elly:

    Lieve, Wat maak je toch veel mee. En ik ben blij dat de begrafenissen hier toch wel wat eenvoudiger te organiseren zijn.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Guinea-Bissau, Bissau

Reis 2011-2012

Recente Reisverslagen:

01 December 2012

... enn afscheid

23 November 2012

... en andere verhalen

07 November 2012

Hahahaha

22 Oktober 2012

Het leven stabiliseert zich ... of toch weer niet

16 Oktober 2012

Aankomst en eerste indrukken
Lieve

Advies en ondersteuning reizen naar Guinee Bissau - www.binobaibissau.nl Freelance vertaler - doeltaal Engels, brontalen Nederlands, Frans en Portugees

Actief sinds 08 Okt. 2008
Verslag gelezen: 745
Totaal aantal bezoekers 92139

Voorgaande reizen:

07 Februari 2020 - 28 Februari 2020

Na drie jaar afwezigheid

19 December 2016 - 08 Januari 2017

Een droom achterna

14 December 2015 - 11 Januari 2016

Reis december - januari 2015-2016

13 Februari 2015 - 13 Maart 2015

Reis februari 2015

05 Oktober 2011 - 05 Mei 2012

Reis 2011-2012

02 December 2010 - 02 April 2011

Reis 2010-2011

13 November 2009 - 07 Mei 2010

Reis 2009-2010

Landen bezocht: