Pexice - Reisverslag uit Bissau, Guinea-Bissau van Lieve Jacques - WaarBenJij.nu Pexice - Reisverslag uit Bissau, Guinea-Bissau van Lieve Jacques - WaarBenJij.nu

Pexice

Door: Lieve

Blijf op de hoogte en volg Lieve

28 Januari 2010 | Guinea-Bissau, Bissau

Volgend op het overlijden van onze vriend Mario tussen kerst en nieuwjaar gingen we afgelopen weekend naar zijn Toca Tchur. Dit is een afsluitende ceremonie die soms meteen na het overlijden, maar ook vaak pas jaren later wordt gehouden, afhankelijk van beschikbare financiële middelen of verblijf van direct betrokken familie in het buitenland. In dit geval was het dus redelijk snel na het overlijden. Omdat Mario's roots zich op het eiland Pexice bevinden vond de ceremonie daar plaats.

Het eiland Pexice is op twee manieren te bereiken, via Biombo waar een gevaarlijke zeearm per kano overgestoken moet worden, zeker op dit moment met een toch redelijk sterk waaiende Harmatan. De andere route gaat via Canchungo en Ponta Pedra, een korte, veiligere oversteek. Het nadeel van deze laatste is wel dat je aan de verkeerde kant van het eiland uitkomt en een 15-tal kilometer te voet moet afleggen. Met bagage, eten en drank in ons geval, maar voor het vervoer van waren en dergelijke in zijn algemeenheid, is dat natuurlijk minder aantrekkelijk. We hebben met onze groep geld samengelegd om een overzetboot te huren die één auto kan vervoeren. Deze auto, met koe en andere benodigheden, is woensdag al overgestoken.

Mijn auto is zowel geschikt voor de slechte weg naar Ponta Pedra als voor de hoeveelheid mensen die mee willen tot aan de oversteekplaats. Met Afonso als logisticus en chauffeur lukt het zelfs om gewoon op tijd te vertrekken. Hoewel ik best graag achter het stuur zit, geniet ik ervan niet te moeten rijden. Het geeft me de mogelijkheid om echt rond te kijken. Ik vind de regio vanaf Canchungo echt schitterend. Veel enorme hoge bomen, veel uitgestrekte lage gebieden, rijstvelden, palmbomen. Het landschap is erg afwisselend en uitbundig vruchtbaar. Mijn vorige uitstap deze kant op om mogelijk grond te gaan kopen in Cacheu, was een teleurstelling. Het terrein leek helemaal niet op wat we ons hadden voorgesteld. Het lag te laag en te dicht bij het water waardoor meer dan de helft onbruikbaar zou zijn voor het bouwen van een huis. Daarnaast was het ook nog eens ongeschikt om een waterput te slaan. Daartegenover stond wel een schitterend uitzicht over de rivier, maar dat alleen is niet voldoende. We blijven verder zoeken en laten dat ook hier en daar horen. 'We' zijn trouwens in dit geval Afonso en ik. Het lijkt ons wel wat om op onze oude dag buren te zijn...

We komen ruimschoots op tijd bij Ponta Pedra aan waar we moeten wachten op hoog water en het veer. Al snel wordt een 'bidon' palmwijn geregeld, 150 CFA per liter, 25 Eurocent. Langs de weg stonden op sommige plaatsen wel 30 jerrycans of meer van 25 en 35 liter palmwijn, ongelofelijke hoeveelheden. Omdat het nog redelijk vroeg op de dag is, is de wijn nog erg licht en sprankelend. Toch stijgt het langzaam maar zeker naar je hoofd of zakt het naar je knieen. De stemming stijgt mee en tegen de tijd dat het veerpontje er aan komt zijn we allemaal erg vrolijk. De oversteek duurt maar een minuut of 10 waarin we een schitterend uitzicht over het water, de eilanden en de mangrove krijgen. Er zijn minder vogels dan je zou verwachten. We zien een aantal pelikanen strak over het water scheren, een klein ijsvogeltje hangt hoog boven het water en duikt plots naar zijn prooi. Parmantig komt het weer boven water met vis in zijn snavel. Dit gebied is een geweldig visgebied waar hoofdzakelijk op traditionele wijze gevist wordt.

De Toca Tchur vindt plaats in een dorp dat Calequis (of Calequil) heet. Het is maar een paar huizen groot. De huizen zijn van leem en zijn in een vierkant rond een soort open binnenplaats gebouwd. Het zijn kleine doolhoven met open gaten die als deur dienstdoen en allerlei gangetjes. De meesten hebben een grasdak hoewel er ook hier en daar golfplaten daken zijn. Door de dikke muren is het binnen koel. Je ziet alleen geen hand voor je ogen. Zoals in heel Guinee zijn de huizen zeer ruim opgezet. Aan plaats is hier geen gebrek.

Na het groeten van de familieleden, als eerste de echtgenote en de kinderen, krijgen we onze eigen plek aangeboden aan de zijkant van het huis onder het dak van drie enorme kapokbomen. Je gevoel voor verhoudingen raakt hierdoor een beetje in de war. Alle mensen lijken erg klein naast de gigantische plankwortels. We ontmoeten hier de leden van onze groep die een paar dagen eerder al aangekomen zijn. Ze hebben alles al voor ons geregeld. Zowel de palmwijn als het eten en de slaapplaatsen.

Af en toe wordt er gehuild om de overledene. Ik vind het zelf moeilijk om naar zijn zoon te kijken die als twee druppels water op zijn vader lijkt. Bij het huis horen we het constante getrommel van de bombolom, de spleettrommel. Het geluid draagt erg ver en toch overheerst het niet. De trommel praat en vooral oudere mensen kunnen hem goed verstaan. Wanneer het duister intreedt ga ik mee op verkenning uit naar wat er in het huis gebeurt.

Op de binnenplaats staat aan de ene kant de bombolom opgesteld met twee langwerpige trommels die met een stok en met de hand bespeeld worden. Langs de hele muur is een soort bank in leem gemetseld waarop mannen en vrouwen zitten. De hele binnenplaats is verder gevuld met vrouwen die op de grond zitten, de benen voor zich uitgestrekt en gekleurde Mandjaco lappen over zich heen getrokken. Ik kan niet aan de verleiding weerstaan en ga tussen de vrouwen in zitten. Er hangt een sfeer alsof iedereen in trance is en er wordt dan ook vrijwel geen aandacht aan mijn verschijning besteed. Er wordt hier en daar wat geschoven zodat ik er tussen kan. Naast mij begint meteen een vrouw te zingen. Ze heeft een warme stem, de klanken zijn echter vreemd. Voorin verschijnen wat mannen die langzaam op haar zang en op het ritme van de bombolom beginnen te dansen. Na elke zin valt een koor van alle vrouwen in. Ze herhalen haar maar beeindigen elke zin met één langgerekte toon. Ze zingen echter net tegen de toon van hun buurvrouw aan waardoor de tonen tegen elkaar aan lijken te wrijven. Er zal wel een musicale term voor zijn, maar het creëert een hele aparte sfeer. Dit gezang gaat de hele nacht door. Ik weet zeker dat ik af en toe wegdoezel, ik merk dat ze een doek over me heen gelegd hebben, maar echt slapen doe ik niet. Af en toe voel ik een enorm verdriet over me heen komen en kan ik mijn tranen niet bedwingen, ze stromen gewoon over mijn gezicht, zonder snikken of inspanning, zonder schaamte. Toch gaat er ook een grote troost uit van dit samenzijn en, al maak ik geen deel uit van dit dorp, deze mensen, ik voel me wel helemaal opgenomen. Ik versta geen letter van al het gezang en toch voelt het goed. Pas wanneer het langzaam ochtend wordt houdt de muziek op. Langzaam maar zeker stapt iedereen op en verdwijnt in de schemering. Ik loop het huis uit en een pad op en ben vrijwel meteen in het dichte bos waar het nog vrijwel donker is. Het is doodstil en ik wandel alleen verder tot het licht wordt. Kraaiende hanen wijzen me de weg terug. Ik ben beduusd, ook moe natuurlijk.

Na de middag zal er vee geofferd worden. Ik maak van de uren daarvoor gebruik om wat te slapen, maar met alle activiteit in het dorp lukt dat niet echt. Er wordt wat gepraat en gelachen, elk groepje weer op zijn eigen stek en weer worden er steeds schalen met eten rondgebracht. De vrouwen staan de hele dag in enorme ketels te roeren. Er wordt vis gegrild en rijst gekookt.

Het offeren gaat beginnen en we worden uitgenodigd om mee te gaan. Wanneer we op de binnenplaats komen zijn al een vijf-tal mannen verwoed bezig een koe op de grond te dwingen. Het dier verweert zich uit alle macht. Wanneer het eindelijk onder controle is komt een man met een mes de keel afsnijden. Het gaat erg onbeholpen en, hoewel ik niet echt overgevoelig ben voor dit soort zaken, duurt het me toch wel iets te lang. Wanneer het dier zo goed als dood is wordt de staart afgesneden en aan de oudste zoon gegeven. Hij krijgt ook een bebloede hakbijl. Beide zaken zal hij de rest van de dagen steeds bij zich dragen. Hierna volgt nog een koe, geiten en varkens. Ik raak de tel kwijt en verlaat het huis. De hoeveelheid geslacht vlees staat niet in verhouding tot het aantal bezoekers en ik vraag me af hoe ze dit willen opeten of bewaren. Er is hier geen stroom, geen ijs, niets.

Niet veel later volgen de eerste schalen vlees, geroosterd, gegrild, gekookt. Ik heb in mijn leven nog nooit zoveel vlees op één dag gegeten. Soms is er wat rijst bij, maar over het algemeen alleen maar bergen vlees. Alles wordt natuurlijk weer overgoten met liters palmwijn en soms met Cana, lokaal gestookte suikerriet rum. Er is niet veel drinkwater beschikbaar en dus drink ik maar palmwijn tegen de dorst. Of dat echt een goed idee is weet ik niet.

In de vroege avond wordt de locatie van de Toca Tchur verplaatst naar het dorp van de vader van de overledene. Het is een hele verhuis. Alle mensen, het eten, hun spullen, en er is geen vervoer behalve die éne auto. De weg is akelig slecht en soms denk ik dat we er echt niet doorheen komen. Gelukkig is het droge tijd. In deze nieuwe betrekking is gelukkig wel water aanwezig, zowel voor drinken als voor wassen. Een heerlijke 'douche' doet wonderen. Ik voel me weer helemaal nieuw.

De ceremonies lijken afgelopen en de avond verloopt dan ook erg rustig. We zitten buiten onder een klein maantje dat in deze omstandigheden toch wel erg veel licht geeft. Er wordt gepraat en er worden verhalen verteld. Gill en ik krijgen het enige bed dat het huis rijk is, met muskietennet toe, in een eigen kamer. In de gangen van het huis liggen rijen mensen als cocons verpakt in hun gekleurde lappen. Als je niet beter zou weten zou je denken dat het rijen lijken zijn. Wij liggen niet echt ver van de mannenslaapzaal. Het gesnurk dat uit die gang komt houdt me de halve nacht wakker terwijl ik zo'n geweldig bed heb. Ik baal er wel van en krijg mezelf amper uit bed wanneer iedereen begint op te staan. Twee nachten met vrijwel geen slaap is iets te veel van het goede. Toch knap ik snel weer op en maken we een wandeling naar het strand.

Het strand van dit eiland is beroemd, maar we zitten te ver uit de buurt om er heen te gaan. Om ons toch een idee te geven loopt een broer van Mario met ons mee om ons de weg te wijzen naar een kleiner strandje in de buurt. We lopen door het dorp waar overal tuinbouwveldjes liggen en heel veel fruitbomen staan. Net buiten het dorp bevinden zich de bolanhas, de rijstvelden. Dit is heel erg vruchtbaar gebied. Door logistieke problemen zijn mensen steeds minder gaan produceren en nu doen ze enkel nog aan zelfvoorzienend produceren. Er komt hier vrijwel niets binnen en er gaat zo goed als niets uit. Onderling wordt wat geruild, maar iedereen heeft ongeveer dezelfde producten, dus dat schiet niet erg op. Verkoop van palmwijn, palmolie en rijst zou best mogelijk zijn op het vaste land alleen krijg je de producten zo ver niet.

Het strand is uiteindelijk een lichte teleurstelling hoewel we ons een voorstelling kunnen maken van hoe het echte strand moet zijn. Maar ook het uitbaten hiervan is niet eenvoudig, zeker niet in deze onzekere tijden. Er is geen enkel hotel op het eiland, er zijn geen winkels, er is geen stroom er is alleen op sommige plekken goed drinkbaar water. Ik vrees dat dit nog wel een heel aantal jaren zo zal blijven. De jongeren trekken weg uit het dorp, na de vierde klas lagere school moeten ze toch naar het vaste land voor onderwijs. Van terugkomen is dan vaak geen sprake meer. De ouderen kunnen de velden niet bewerken zonder hulp van jonge handen...

Ondertussen zijn we weer in Bissau in afwachting van ons zonnepaneel. Het had hier al lang moeten zijn. Vanochtend kwam Mamadou, de transporteur en vriend die ik vorig jaar heb opgedaan ons vertellen dat het nog tot maandag zou duren. Ondanks zijn verzoek aan de vrachtwagen-chauffeur om onze spullen in de kabine te vervoeren heeft hij ze toch in de laadbak gedaan. De vrachtwagen moet nu eerst uitgeladen worden en daar gaat een weekend overheen. Ik heb in elk geval met Mamadou afgesproken om zaterdagochtend om 6 uur een paar kilometer te gaan wandelen. Eindelijk een wandelmaatje!!! Ik ben benieuwd of hij aan mijn Nijmeegse wandelmaatje kan tippen. Ik kan wel wat kilos missen ondertussen.

Ik groet jullie allen weer. Erg bedankt voor alle vleiende woorden, dat werkt erg motiverend.

Lieve

ljacques@xs4all.nl
---------------------------------
Binobai Bissau
www.binobaibissau.nl
binobai.bissau@gmail.com
Tel: + 245 676 73 62

  • 29 Januari 2010 - 14:54

    Ernst Te Lisboa:

    Welnu Lieve. Dit verhaal verdient zeker een vleiend woord! Prachtig!

  • 30 Januari 2010 - 11:26

    Marleen:

    Met hier in ons eigen Nijmegen alweer een sneeuwbui vanacht, ben ik blij dat ik ben opgewarmd door je prachtige verhalen. Het is inmiddels een spannend feuilleton met een verlangen naar de volgende aflevering...

  • 30 Januari 2010 - 14:32

    Roland:

    It's really fun to read the story. I am reading it through Google translate, which at times results in pretty funny translations, but good enough to follow the story. Thanks for making me aware of it!

  • 31 Januari 2010 - 09:50

    Jaap Kok:

    Hallo Lieve,

    Ik heb voor Stenaks de gezondheidspost verbouwd en de 4 verplegers/sters woningen gebouwd (laten bouwen natuurlijk). (1982) Ik liep die 16 km in het begin. Ik heb wat mooie verhalen over Peixice. Bep van Oostrom was er ook. Zal ik wat schrijven? 'n Kus van Jaap

  • 13 Februari 2010 - 17:10

    Leen:

    Late reactie, maar ik mis toch geen aflevering. Mooi afscheidnemen.We hebben het van onze moeders ook kunnen doen, maar dit is toch anders, primitiever zonder negatieve klank, maar heel diep en intens.Dat kunnen wij zo niet

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Guinea-Bissau, Bissau

Reis 2009-2010

Recente Reisverslagen:

06 April 2010

Geen 1 april grap

31 Maart 2010

Op zoek naar nieuwe bestemmingen

22 Maart 2010

Excursie Ouké

18 Februari 2010

Excursie Gandauda

28 Januari 2010

Pexice
Lieve

Advies en ondersteuning reizen naar Guinee Bissau - www.binobaibissau.nl Freelance vertaler - doeltaal Engels, brontalen Nederlands, Frans en Portugees

Actief sinds 08 Okt. 2008
Verslag gelezen: 579
Totaal aantal bezoekers 92203

Voorgaande reizen:

07 Februari 2020 - 28 Februari 2020

Na drie jaar afwezigheid

19 December 2016 - 08 Januari 2017

Een droom achterna

14 December 2015 - 11 Januari 2016

Reis december - januari 2015-2016

13 Februari 2015 - 13 Maart 2015

Reis februari 2015

05 Oktober 2011 - 05 Mei 2012

Reis 2011-2012

02 December 2010 - 02 April 2011

Reis 2010-2011

13 November 2009 - 07 Mei 2010

Reis 2009-2010

Landen bezocht: